BLOG: Soepel bewegen en draaien op je eigen manier
26 februari 2021
Erik van der Veen is ambulant hulpverlener voor kinderen met autisme en heeft de zwarte band in taekwondo (4de Dan, internationaal instructeur). Eén en één is twee, dacht hij. Hij begon zo’n vier jaar geleden met auti-taekwondo: taekwondo voor kinderen en jongeren met autisme. We spraken hem over wat het inhoudt, voor wie het geschikt is en wat onze begeleiders ervan kunnen leren.
Taekwondo
Taekwondo is een Koreaanse vechtkunst, gericht op zelfverdediging. Letterlijk vertaald betekent ‘tae’ springen, kicken of slaan met de voeten, ‘kwon’ stoten of slaan met de hand of vuist en ‘do’ ieders eigen leerweg. Of, zoals Erik het zelf noemt: soepel bewegen en draaien op je eigen manier. Het belangrijkste is dat de kinderen bewegen, plezier maken en met een voldaan gevoel naar huis gaan. Onderliggende doelstellingen zijn werken aan weerbaarheid, leren samenwerken, vriendschapsontwikkeling en leren deelnemen aan het verenigingsleven, in een veilig pedagogisch klimaat.
Autisme en het verenigingsleven
Erik vertelt dat onderzoek aantoont dat kinderen, die op jonge leeftijd in aanraking komen met een (sport)vereniging, op latere leeftijd makkelijker deelnemen aan een groep. Kinderen met autisme voelen zich vaker eenzaam en zijn sneller geneigd om in sociaal isolement te raken. Des te belangrijker is het voor deze groep om te oefenen met het verenigingsleven in een voor hun veilige omgeving.
“Als je die verenigingservaring niet hebt, kan het bijvoorbeeld onwennig zijn om later bij de jeu de boules-club aan te sluiten.”
Een veilig pedagogisch klimaat
Zowel binnen als buiten de lessen wordt een veilig pedagogisch klimaat gecreëerd. Erik vertelt dat veel aspecten van de les vastgelegd zijn in een vaste structuur: de kinderen dragen bijvoorbeeld dezelfde kleding, maken dezelfde opstelling en groeten elkaar iedere keer op dezelfde manier. In uiterlijke vorm is er dus continuïteit in een vaste structuur. Ook in de omgang met elkaar zit een vaste structuur, op de manier waarop activiteiten tijdens de les worden uitgelegd en in de opbouw van de les. Dit maakt dat de lessen veilig zijn. Daarnaast wordt extra aandacht besteed aan nieuwe kinderen in de groep en wordt besproken hoe je buiten de lessen met andere kinderen omgaat. Het is daardoor niet taekwondo zelf wat maakt dat de sport geschikt is voor kinderen met autisme, maar de manier waarop de les wordt vormgegeven.
“Altijd doen wat je zegt, en zeggen wat je doet, is het allerbelangrijkste voor de trainer. Hiermee bied je duidelijkheid en veiligheid. Het maakt dan niet uit of het taekwondo is of badminton.”
Overstap naar reguliere les
Er is geen aparte school voor auti-taekwondo: het zijn lessen op een reguliere taekwondoschool. Wanneer kinderen voldoende zelfvertrouwen hebben opgebouwd binnen de auti-taekwondoles, neemt Erik ze mee naar een reguliere les of een clubtoernooi. Kinderen leren dan participeren in de ‘samenleving’. Ondanks dat kinderen uit de auti-taekwondoles vaak aangeven dat ze het tempo van de reguliere groep hoog vinden liggen, doen ze toch een succeservaring op. Dit komt doordat ze de randvoorwaarden bij auti-taekwondo al goed hebben geleerd. Erik slaat hierdoor een brug tussen het verenigingsleven en kinderen die nog net een aantal vaardigheden missen om hier direct aan deel te nemen. Het feit dat Erik zelf als assistent-trainer, maar eigenlijk als begeleider van zijn pupillen, aanwezig is tijdens de reguliere lessen, maakt de overstap mogelijk. De jongeren moeten het gevoel van zelfstandigheid kunnen opbouwen binnen een veilige omgeving.
Tips voor begeleiders van Team050
Blijf dichtbij jezelf! Om een ander goed te kunnen helpen, moet je iets doen waar je jezelf ook comfortabel bij voelt. Anders komt het niet geloofwaardig over, aldus Erik. Erik doet iets waar hij goed in is en weet daardoor aan te sluiten bij de kinderen en jongeren die bij hem komen sporten. Tijdens de begeleiding is het daarnaast belangrijk dat zowel het kind als de begeleider investeren in de samenwerkingsrelatie. Op deze manier creëer je gelijkwaardigheid in contact, net als in een vriendschap. Daarmee leer je een kind direct sociale vaardigheden aan. Dat betekent soms dat je als begeleider een stapje terug moet doen, om een omgeving te creëren, waarin het kind vrij kan bewegen. Het is sowieso goed, geeft Erik aan, om af en toe een stap achteruit te doen. Hierdoor zie je meer. Tot slot is volgens hem de nabeschouwing belangrijk: dit is je voorbereiding op de volgende keer. Door te reflecteren op wat wel en niet goed ging, kun je tijdens een volgend begeleidingsmoment nog meer zorg op maat leveren.
Auteurs
Eva van der Geest & Miriam Tolsma